Wisselhouding
Start Omhoog Wisselhouding Alternerend Systeem

 

<Overzicht> <Omschrijving> <Principe> <Literatuur> <Aanbevelingen> <Verwijzingen>

Overzicht

1

Wisselhouding dient bij voorkeur om de 4 uur te gebeuren in combinatie met een drukreducerende matras.

 

2

Indien geen drukreducerende matras gebruikt (kan) worden, dient wisselhouding om de 2 uur te gebeuren. Dit systematisch toepassen is echter moeilijk haalbaar.

 

3

Wisselhouding met een lagere frequentie dan om de 2 uur bij een patiënt liggend op een niet-drukreducerende matras is onvoldoende.

 

4

Wisselhouding tijdens het zitten dient te gebeuren met een hogere frequentie dan tijdens het liggen.

 

5

Een wisselhoudingsschema moet zoveel mogelijk rugligging en zo weinig mogelijk zijligging inschakelen.

 

6

Systemen die onder de matras worden geplaatst om op een mechanische wijze de patiënt in zijligging te brengen, zijn niet aan te bevelen.  

 

 

1. Omschrijving

Wisselhouding geven is het iemand in een andere houding positioneren, waardoor alle punten waarop het lichaam steunt (de drukpunten) worden gewijzigd. Indien de houding voldoende frequent wordt gewijzigd en het zuurstoftekort ter hoogte van de weefsels dus niet te lang duurt, zal geen irreversibele weefselschade optreden en ontstaat er dus geen decubitus.

Wisselhouding verwijst zowel naar liggende (wisselligging) als zittende houding.

2. Principe

Verminderen van de duur van de druk en de schuifkracht.

 

3. Wetenschappelijke onderbouwing

Dat wisselhouding belangrijk is in de preventie van decubitus is al lang gekend. Reeds in 1848 schreef Robert Graves dat decubitus voorkomen kon worden door regelmatige houdingsveranderingen.

Over de noodzakelijke en juiste frequentie van wisselhouding bestaat echter zeer weinig onderzoek. Norton e.a. onderzochten gehospitaliseerde bejaarde vrouwen en vonden een lagere decubitusincidentie bij de patiënten die wisselhouding kregen. Onduidelijk is hoe frequent wisselhouding werd toegepast of op welke basis deze vrouwen wisselhouding kregen.

Knox e.a. vonden bij gezonde bejaarden dat de huidtemperatuur en het discomfort stegen naarmate de proefpersonen langer in een zelfde houding bleven liggen.

Uit een gerandomiseerd klinisch experiment bij 838 geriatrische patiënten bleek dat de incidentie van decubitusletsels (blaarvorming, oppervlakkige en diepe decubitus) het sterkst daalde door wisselhouding om de vier uur te combineren met het gebruik van een drukreducerende visco-elastische matras (met een drukreductie van 20 à 30% in vergelijking met een niet-drukreducerende matras). Wisselligging om de twee uur bleek eveneens de incidentie van decubitusletsels te verminderen, zij het in mindere mate. Wisselligging om de drie uur bleek niet voldoende te zijn om decubitus te voorkomen.

De Laat toonde aan dat het geven van wisselhouding (rugligging en zijligging 30°) bij coronaire-bypass-operatie-patiënten op een intensieve-zorgenafdeling geen aantoonbare invloed had op de hemodynamiek, niet als oncomfortabele houding werd ervaren en niet leidde tot problemen van praktische aard.

Of kleine houdingsveranderingen zinvol zijn, is onduidelijk. Het effect zal afhangen van de mate waarin de druk intern in het weefsel ter hoogte van het botuitsteeksel verminderd wordt.

In zittende houding is de druk veel hoger dan in liggende houding en is het risico op decubitus groter dan tijdens het liggen . Bovendien zitten patiënten vaak op gedurende lange tijd. Wisselhouding dient dan ook te gebeuren tijdens het zitten en dit zelfs met een hogere frequentie dan tijdens het liggen . Hoe frequent dit dient te gebeuren, is niet onderzocht.

Er bestaat geen eenstemmigheid of liften iedere 5 à 20 minuten gedurende 5 à 10 seconden zinvol is. Bar meent dat dit geen zin heeft omdat de hersteltijd te gering is om het zuurstoftekort in het weefsel aan te vullen; Staarink daarentegen vindt dit wel zinvol omdat het liften, hoe kortstondig ook, mogelijk een rol speelt bij het herstel van het interstitieel vochtvolume .

 

4. Aanbevelingen

Wisselhouding is slechts zinvol indien dit stipt wordt toegepast, dag en nacht, zeven dagen op zeven. Het interval tussen de houdingsveranderingen mag nooit hoger zijn dan 4 uur indien een patiënt op een drukreducerende matras ligt en 2 uur indien dit niet het geval is. (10) 

 

4.1. Liggend in bed  

Wisselhouding dient bij voorkeur om de 4 uur te gebeuren in combinatie met een drukreducerende matras.

Indien een patiënt op een drukreducerende matras ligt (de druk die minimum 20 à 30% lager ligt dan op een niet-drukreducerende matras), volstaat dat de patiënt om de 4 uur van houding wordt veranderd.  

 

Indien geen drukreducerende matras gebruikt (kan) worden, dient wisselhouding om de 2 uur te gebeuren. Dit systematisch toepassen is echter moeilijk haalbaar.

Indien een patiënt op een niet-drukreducerende matras ligt, moet de wisselhouding om de 2 uur plaatsvinden. Deze preventieve methode vermindert het aantal decubitusletsels in belangrijke mate, maar is minder succesvol dan wisselhouding om de 4 uur in combinatie met een drukreducerende matras en is erg onpraktisch. Wisselhouding om de 2 uur zal in de praktijk maar zelden effectief gebeuren. De arbeidsbelasting is erg hoog.  

 

Wisselhouding met een lagere frequentie dan om de 2 uur bij een patiënt liggend op een niet-drukreducerende matras is onvoldoende.

Indien de patiënt niet op een drukreducerende matras ligt, heeft wisselhouding met een lagere frequentie dan om de 2 uur geen zin. Dan wordt beter gekozen voor andere preventieve maatregelen.

 

4.2. Zittend in de zetel  

Wisselhouding tijdens het zitten dient te gebeuren met een hogere frequentie dan tijdens het liggen.

Wisselhouding dient ook te gebeuren tijdens het zitten en dit zelfs met een hogere frequentie dan tijdens het liggen .

Waar tijdens het liggen op een niet-drukreducerende matras wisselhouding om de twee uur wordt aanbevolen, zou wisselhouding frequenter, bijvoorbeeld om het uur, moeten gebeuren tijdens het zitten in een zetel.

Het gebruik van drukreducerende kussens zou, naar analogie met drukreducerende matrassen, moeten toelaten patiënten minder frequent wisselhouding te geven.

Bij rolstoelpatiënten worden nog hogere frequenties aanbevolen .

Bij wijze van wisselhouding een patiënt installeren in een zetel nadat hij een tijdje op een stoel heeft gezeten, brengt weinig soelaas daar de drukpunten ongeveer dezelfde zijn.  

 

Een wisselhoudingsschema moet zoveel mogelijk rugligging en zo weinig mogelijk zijligging inschakelen.

Wisselhouding moet gecombineerd worden met lichaamshoudingen waarin de druk zo laag mogelijk is (zie lichaamshoudingen).

In een wisselliggingsschema wordt best zoveel mogelijk rugligging ingebouwd en zo weinig mogelijk zijligging. De druk in zijligging is immers veel hoger dan in rugligging .

Een goed schema is: semi-fowler 30° of rugligging (indien 30° semi-fowlerhouding niet mogelijk is) - zijligging 30° links - semi-fowlerhouding 30° of rugligging (indien 30° semi-fowlerhouding niet mogelijk is) - zijligging 30° rechts (zie figuur 1). Bij aanwezigheid van decubitus (graad 1 en hoger) kan het wisselhoudingsschema aangepast worden om de aangetaste zone zo weinig mogelijk of niet te belasten.

Figuur 1: Wisselliggingsklok

 

Systemen die onder de matras worden geplaatst om op een mechanische wijze de patiënt in zijligging te brengen, zijn niet aan te bevelen.

Het gebruik van kussens die geplaatst worden onder de matras en die afwisselend opgeblazen worden om op een mechanische wijze een patiënt wisselligging te geven, is niet aan te bevelen.

Bij het opblazen van een kussen wordt een patiënt in gedeeltelijke zijligging gebracht. Tezelfdertijd ontstaat echter een grote schuifkracht doordat de patiënt wegglijdt naar de zijkant van het bed.

Bovendien blijft het sacrum op de matras steunen en wordt de verticale druk dus ook niet opgeheven.

Het risico op decubitus blijft aanwezig en kan zelfs groter worden.


Verwijzingen

(1)     Sebastian A. Robert Graves (1796-1853). In: Sebastian A, editor. A dictionary of the history of medicine. New York: The Partenon Publishing Group, 2000.

(2)     Norton D, McLaren R, Exton-Smith AN. An investigation of geriatric nursing problems in hospital. New York: Churchill Livingstone, 1975.

(3)     Knox DM, Anderson TM, Anderson PS. Effects of different turn intervals on skin of healthy older adults. Adv Wound Care 1994; 7:48-52, 54.

(4)     Defloor T. Drukreductie en wisselhouding in de preventie van decubitus. Universiteit Gent, 2000.

(5)     De Laat E. De invloed van 30°-zijligging op de hemodynamiek van IC-patiënten na een CABG-operatie. Rijksuniversiteit Utrecht, 1997.

(6)     Horsley JA, Crane J, Haller KB, Bingle JD. Preventing pressure ulcers. CURN Project. New York: Grune & Stratton, 1981.

(7)     Defloor T, Grypdonck M. Het belang van zithouding en drukreducerende kussens in het ontstaan van drukletsels. Verpleegkunde 1998; 13(3):185-194.

(8)     Panel for the Prediction and Prevention of Pressure Ulcers in Adults. Pressure ulcers in adults : prediction and prevention. Clinical practice guideline number 3. Rockville: Agency for Health Care Policy and Research, Public Health Service, U.S. Department of Health and Human Services, AHCPR Publication No. 92-0047, 1992.

(9)     Staarink HAM. Sitting posture, comfort and pressure; assessing the quality of wheelchair cushions. Delft: Technische Universiteit Delft, 1995.

(10)   Defloor T. [Less frequent turning intervals and yet less pressure ulcers]. Tijdschr Gerontol Geriatr 2001; 32(4):174-177.

(11)   Defloor T. Het effect van de houding en de matras op het ontstaan van drukletsels. Verpleegkunde 1997; 12(3):140-149.

 
 

 

(1)   

Sebastian A. Robert Graves (1796-1853). In: Sebastian A, editor. A dictionary of the history of medicine. New York: The Partenon Publishing Group, 2000.

(2)   

Norton D, McLaren R, Exton-Smith AN. An investigation of geriatric nursing problems in hospital. New York: Churchill Livingstone, 1975.

(3)   

Knox DM, Anderson TM, Anderson PS. Effects of different turn intervals on skin of healthy older adults. Adv Wound Care 1994; 7:48-52, 54.

(4)   

Defloor T. Drukreductie en wisselhouding in de preventie van decubitus. Universiteit Gent, 2000.

(5)   

De Laat E. De invloed van 30°-zijligging op de hemodynamiek van IC-patiënten na een CABG-operatie. Rijksuniversiteit Utrecht, 1997.

(6)   

Horsley JA, Crane J, Haller KB, Bingle JD. Preventing pressure ulcers. CURN Project. New York: Grune & Stratton, 1981.

(7)   

Defloor T, Grypdonck M. Het belang van zithouding en drukreducerende kussens in het ontstaan van drukletsels. Verpleegkunde 1998; 13(3):185-194.

(8)   

Panel for the Prediction and Prevention of Pressure Ulcers in Adults. Pressure ulcers in adults : prediction and prevention. Clinical practice guideline number 3. Rockville: Agency for Health Care Policy and Research, Public Health Service, U.S. Department of Health and Human Services, AHCPR Publication No. 92-0047, 1992.

(9)   

Staarink HAM. Sitting posture, comfort and pressure; assessing the quality of wheelchair cushions. Delft: Technische Universiteit Delft, 1995.

(10)   

Defloor T. Het effect van de houding en de matras op het ontstaan van drukletsels. Verpleegkunde 1997; 12(3):140-149.  

<Start> <Overzicht> <Omschrijving> <Principe> <Literatuur> <Aanbevelingen> <Verwijzingen>

 

   

Defloor T., Herremans A., Grypdonck M. et al. Herziening Belgische richtlijnen voor Decubituspreventie. Brussel: Federaal Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, 2004.